-
1 docket
n. etiket; korte inhoud; merken en nummeren (op een briefje)--------v. merken, nummeren; op de lijst zettendocket1[ dokkit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————docket2〈 werkwoord〉 -
2 summary
adj. summier, beknopt--------n. samenvattingsummary1[ summərie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: summaries〉1 samenvatting ⇒ korte inhoud, uittreksel————————summary2♦voorbeelden:summary jurisdiction/justice/proceedings • korte rechtspleging, snelrechtsummary offence • kleine overtreding -
3 argument
argument [aarguumã]〈m.〉♦voorbeelden:être à court d'arguments • geen argumenten meer hebbentirer argument de qc. • iets als argument gebruikenm1) argument, bewijsgrond2) samenvatting -
4 краткое содержание
adjgener. korte inhoudRussisch-Nederlands Universal Dictionary > краткое содержание
-
5 abridgement
-
6 abridgment
n. inkorting,beperkingabridgement, abridgment[ əbridzjmənt]♦voorbeelden:————————→ abridgement abridgement/ -
7 argument
n. debat., discussie; bewering, argument; (in computers) argument, parameter die wordt meegegeven aan een bepaalde funktie of programma[ a:gjoemənt]2 ruzie ⇒ onenigheid, woordenwisseling♦voorbeelden:1 a strong argument for/against • een sterk argument voor/tegen¶ ram the argument home • een argument sterk benadrukken/doordrijven1 bewijsvoering ⇒ betoog, redenering♦voorbeelden:1 let us, for the sake of argument, suppose … • stel nu eens (het hypothetische geval) dat … -
8 résumé
résumé [reezuumee]〈m.〉1 samenvatting ⇒ beknopt overzicht, korte inhoud♦voorbeelden:en résumé • in het kortmsamenvatting, beknopt overzicht -
9 pot
n. pan; aardewerk; kassa (bij pokerspel); grote hoeveelheid geld (i.d. spreektaal); hasjiesj (i.d. spreektaal)--------v. van korte afstand schieten; in een pot doen; planten in een potpot1[ pot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 pot 〈 voorwerp of inhoud〉 ⇒ kookpot; jampot, theepot 〈enz.〉; bloempot; (nacht)po; potvormig voorwerp (van aardewerk)8 〈 verkorting〉[pot shot]9 〈 verkorting〉[potbelly]♦voorbeelden:¶ keep the pot boiling • de kost verdienen, het zaakje draaiende houden〈 informeel〉 go (all) to pot • verkommeren, in de vernieling zijn————————pot2〈 potted〉1 schieten♦voorbeelden:pot at • (zonder mikken) schieten opII 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский